Zoekresultaten voor “”

Externe tool: Associatiekaarten

Afbeeldingen roepen regelmatig een associatie op. Dat kan een gevoel zijn, of een herinnering. Maar, ook de basis voor een verhaal. De afbeeldingen bieden je al een setting om je verhaal af te laten spelen, maar daarnaast is het inderdaad goed om het gevoel dat een afbeelding oproept voor jezelf Lees verder...

Periode prikken.

Ieder verhaal heeft een tijdspad. Op het ene moment gebeurt er meer dan op het andere moment. Wanneer je de periode die je verhaal bestrijkt uitzet op een tijdbalk, dan zie je waar de pieken zitten en waar er minder gebeurt. Ook kan je zo controleren of je tijdlijn klopt. Lees verder...

Periode: Flashcards.

Het schrijven van een flashback bied je de mogelijkheid om vanuit twee verschillende periodes te schrijven. Hoe je een dergelijke flashback (of flash forward) moet inleiden en weer terug moet komen in je oorspronkelijke tijd, dat is een lastig verhaal. Met deze tool dwingen we je om ook in Lees verder...

Personage dobbelen

Deze tool helpt je bij het opbouwen van je personage. Daarnaast krijg je alvast wat beschrijvingen die je in kan zetten in de teksten van je verhaal. De cijfers van de dobbelsteen corresponderen met een aspect van je personage. Waardoor je al dobbelend iemand vorm kan geven. Lees verder...

Personage: De doelgroep

Bij het ontwikkelen van personages denk je vooral aan de beschrijving van de (hoofd)personen in je boek, maar… De personages die je boek gaan lezen zijn minimaal even belangrijk. Heb je in de gaten voor wie je schrijft, hoe oud ze zijn, welke taal ze gebruiken, welke dagbesteding ze hebben Lees verder...

Personagekaart

Wanneer je aan het schrijven bent, is het essentieel dat je ieder personage als persoonlijkheid tot zijn recht laat komen. Om dit te realiseren is het slim om van ieder personage een kaart te maken die hem of haar typeert. Zo kan je voortdurend kijken naar je personage wanneer je Lees verder...

Perspectief: waar ben ik?

Het vertelperspectief heeft drie verschillende opties: Alwetende verteller, ziet alles, kent alles en kan in hoofden kruipen Meerdere vertellers: verschillende invalshoeken, met steeds een ander beperkt zicht, kan alleen in het hoofd kruipen van de persoon die op dat moment aan het woord is. Ik figuur: je vertelt het verhaal Lees verder...

Perspectiefwissel

Om te kunnen schrijven moet je een keuze maken voor een perspectief, wie vertelt het verhaal, is het de persoon die het zelf meemaakt of is het juist een alwetende verteller, misschien is het zelfs een groep personen die het verhaal beschrijven. In deze werkvorm beschrijf je een verhaal Lees verder...

Plaats kaart

Om goed je omgeving te overzien en consequent te zijn in je verhaal, is het slim om een kaart te maken van de omgeving van je verhaal. Het bied je ook de mogelijkheid om obstakels in te zetten die je al kan zien voordat je erbij bent. Lees verder...

Plot kaarten

Met deze tool oefen je jezelf in het verbeelden in plaats van beschrijven van een verhaal. je krijgt een aantal kaarten met korte feiten uit een verhaal lijn. De bedoeling is, dat je er zelf een verhaal over schrijft… Maar, de gegeven feiten mag je niet benoemen, Een rijke koopman

Show don’t tell

Lees verder...